BODEMVRUCHTBAARHEID
HOME

Bodemvruchtbaarheid wordt bepaald door organische stoffen, bodemleven, meststoffen, compost, toevoegmiddelen, de verhouding van chemische verbindingen (N, P, K en C/N, pH) en verder door hoeveelheid vocht, lucht en structuur van de grond.

Grofweg kun je de bodemvruchtbaarheid vanuit 3 invalshoeken bekijken

  1. Biologische bodemvruchtbaarheid; dan kijk je naar bodemleven en omzettingen
  2. Chemische bodemvruchtbaarheid; dan kijk je naar mineralengehalten en –levering
  3. Fysische bodemvruchtbaarheid; dan kijk je naar structuur, lucht en water.

Wat is de functie van het bodemleven als je kijkt naar bodemvruchtbaarheid?

Een actief bodemleven verhoogt de mineralisatie en dus de beschikbare stikstof in de bodem. Organische stoffen (meststof, plantenresten, stro) bevatten 10-50% bodemleven in de vorm van schimmels, bacteriën, torren en wormen. Hoe actiever dit bodemleven is, hoe gezonder de bodem is. De verschillende torren en wormen graven in de bodem zodat er porievorming ontstaat en menging van verschillende stoffen. Ze verkleinen en verteren deels de verse organische stof. Verder eten ze bacteriën en schimmels. De bacteriën en schimmels zelf verteren de organische stof nog verder en maken mineralen vrij. Ook spelen ze een belangrijke rol in de buffering.

Bodemleven neemt namelijk ook vrije mineralen op. Het uitrijden van dierlijke mest op akkerland en bollenland draagt bij aan dit actieve bodemleven.